In de middeleeuwen kwam het geloof in god sterker dan ooit op. Het geloof en de kerk hadden ongelofelijk veel invloed op de mensen en dit kwam voornamelijk door drie redenen. 1 Het geloof gaf voor veel dingen in het leven een verklaring, zoals ziekte en dood, stormen en mislukte oogsten. God werd gezien als de oorzaak van alles. 2 Geestelijken hadden veel macht. Na de val van het Romeinse Rijk waren zij bijna de enige mensen die konden lezen en schrijven. Ze werden door vorsten gevraagd als adviseurs en ze bestuurden delen van het rijk. Een groot deel van Nederland werd bijvoorbeeld bestuurd door de bisschop van Utrecht. 3 In de Middeleeuwen was er in West-Europa alleen het rooms-katholieke geloof; andere godsdiensten waren verboden. De kerk stelde ook strenge regels op hoe je moest leven en wat je moest geloven. Als je niet leefde zoals de kerk zei dat je moest leven, ging je naar de hel. Daarom was het hiernamaals heel belangrijk voor de mensen in die tijd, alles had te maken met de dood. Bij alles wat je deed moest je opletten of je nog wel naar de hemel zou gaan. Dat gaf de kerk dus enorm veel macht. Daarom kan je de bijbel ook wel één van de grootste trends aller tijden noemen. De laatste jaren is de populariteit van de bijbel en het geloof flink gedaald.
Geschreven door: Lisette Lippens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten